Actueel

Nieuwe perspectieven voor het platteland

Dat de toekomst van het buitengebied hoog op veler agenda’s staat zal niemand verbazen. Er zijn momenteel veel actuele opgaven aan te wijzen die er direct mee verbonden zijn, variërend van het stikstofdossier, verdroging, klimaatadaptatie en de verduurzaming van landbouw in het algemeen. Parallel daaraan is er ook op politiek-bestuurlijk vlak veel (nieuw) beleid dat geïmplementeerd gaat worden of waarvoor draagvlak gevonden moet worden. Ontwerpend onderzoek speelt een cruciale rol in dit bewegende speelveld omdat het kan bijdragen aan inzicht, kennis en daarmee aan duurzame en toekomstbestendige handelingsperspectieven. Aan de hand van twee betrokkenen bij trajecten waar RUIMTEVOLK aan werkt, in Noord-Limburg en het Overijsselse Vechtdal, ontstaat een goed beeld van de vorderingen en uitdagingen.

Tekst: JaapJan Berg | Gepubliceerd in: RUIMTEVOLK Magazine #1

Luc van Doesum is Programmamanager Klimaat voor de regio Noord-Limburg en werkt aan manieren om klimaatvraagstukken beter te verbinden met het ruimtelijke domein. Heel concreet is de opgave om tot heldere keuzes te komen voor een nieuw Provinciaal Omgevingsplan. Het vorige dateert alweer uit 2014. Van Doesum: ‘Met ontwerpend onderzoek kunnen we zowel de koppeling van klimaat en ruimtelijke vraagstukken verkennen alsook gebiedsgericht werken’. Hij benadrukt dat het traject niet uitsluitend probleemoplossend is, maar ook de discussie over waar de betrokkenen heen willen helpt te identificeren. Niet alleen de toekomst, maar ook kennis van de geschiedenis van een gebied is daarbij essentieel.

Van Doesum: ‘Er komen in dit gebied veel transitieopgaven samen. Daarmee zijn veel dingen gaan schuiven of ingrijpend veranderd. Het is dus allang geen eenvoudige puzzel meer. Het historisch bewustzijn helpt de impact van de veranderingen te begrijpen en tot herkenbare oplossingen te komen voor de mensen die wonen en werken in het gebied. Ons land is de afgelopen decennia vooral vanuit een sectorale aanpak ontworpen. Maar door de omvang en snelheid van de veranderingen heeft nu bijna niemand meer het overzicht. Ontwerpend onderzoek is een manier om die nieuwe complexiteit aan te pakken én om er gezamenlijk aan te blijven werken’, onderstreept Van Doesum.

We moeten de tijd nemen om te oefenen met de nieuwe manieren van werken

Tijd speelt bij dat alles een tweeledige rol. De nieuwe aanpak vraagt om een cultuuromslag. Van Doesum: ‘We moeten de tijd nemen om te oefenen met de nieuwe manieren van werken.’ Bovendien zorgt ontwerpend onderzoek voor een luwte waarin je op basis van een perspectief gesprekken kunt voeren. ‘In plaats van te praten over allerlei opgaven die een plek in het gebied moeten krijgen, zoek je met elkaar naar een perspectief dat herkenbaar is en voortborduurt op waar we vandaan komen. De druk staat niet direct op de ketel.’ Het onderzoek zal zo op termijn nuttige bouwstenen opleveren voor de omgevingsvisies van de drie participerende gemeentes: Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venray. Voor de oostzijde van de Maas start binnenkort een tweede pilot.

Tijd in een andere betekenis is die van een gewijzigde context. We leven en werken echt in een andere tijd. Dat heeft in belangrijke mate te maken net de ingrijpende en urgente opgaven zoals klimaatverandering en -adaptatie, die een fundamenteel andere benadering van direct betrokkenen en bestuurders vragen. Van Doesum: ‘De transitie van het ruimtelijk beleid wordt onherroepelijk afgedwongen door de klimatologische veranderingen om ons heen. Daarbij wordt duidelijk dat de vertrouwde sectorale aanpak ontoereikend is voor het handelen van de zichtbaar wordende complexiteit.’ Er moet, volgens hem, op een andere manier en door meer partijen gebiedsgericht samengewerkt worden. ‘Het gaat om de kunst van het springen tussen schalen: van hoofdlijnen, naar opgaven, naar deelgebieden. En weer terug, als in de praktijk blijkt dat het nodig is.’

Het gaat om de kunst van het springen tussen schalen: van hoofdlijnen, naar opgaven, naar deelgebieden.

Zo kom je tot het vormen van krachtige coalities. Die aanpak is nodig volgens Van Doesum, om te voorkomen dat plannen niet goed landen en niet aansluiten bij wat er al ligt. Daartoe rekent hij zowel ruimtelijke condities, als de belangen en emoties van betrokken partijen. Het maakt duidelijk dat je de lokale overheden dringend nodig hebt. Zij zitten in de haarvaten van de regio en dat is precies de plek waar de waardevolle verbindingen tussen de opgaven ontstaan. Het bijbehorende investeren in kennis, mensen en gebied loont daarom ook altijd.

‘Toon echte interesse in een gebied, verdiep je in de identiteit en eigenheid, erken ook sociale functies, structuren en gelaagdheid, anders vecht je een verloren strijd.’ In elkaar leren begrijpen en zo tot actie komen ligt de sleutel voor het succes van willekeurig welk beleid, ongeacht de afzender.

Van Doesum gelooft daarom heilig in zowel het samenstellen van teams met veel verschillende ‘bloedgroepen’, als in het samenvoegen van financiële middelen uit allerlei potjes. ‘Alleen zo kom je tot compleet andere oplossingen voor de zeer noodzakelijke opgaven. Anders verval je bij de minste of geringste weerstand weer in die sectorale hokjes.’ Ondertussen maakt hij zich geen enkele illusie over de taaiheid van veel ingesleten routines: ‘De implementatie van gebiedsgericht werken en -denken gaat nog wel even duren. Voordat iedereen het goed en overtuigd doet zijn we 10 tot 15 jaar verder.’

Waar Luc van Doesum al de nodige ervaring heeft met ontwerpend onderzoek gaat Judith Muis daar juist eerdaags mee beginnen in het kader van Panorama Vechtdal. Als gebiedsregisseur voor de achtereenvolgende dossiers Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) stikstof en het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) in het Vechtdal heeft zij inmiddels 2,5 jaar ervaring bij provincie Overijssel. Ook is ze betrokken bij het gebiedsinitiatief Panorama Vechtdal. Dit komt voort uit Ruimte voor de Vecht, een netwerk van organisaties die al sinds 2008 werken aan water- en natuuropgaven waarbij de sociale dimensie, dus de mensen die in het gebied werken en wonen, een belangrijke factor is.

De rode draad van het onderzoek en de samenwerking in het Vechtdal is om een nieuwe balans te vinden in het vertragen van de waterafvoer, het bergen van water, het herstel van natuur en landschap en het gebruik van het gebied voor agrarische en recreatieve functies. Muis: ‘Ruimte voor de Vecht, dat in 2008 startte als provinciaal programma, was zeer succesvol en heeft geleid tot de voortzetting van het toen opgebouwde netwerk. Dat langdurige en dus duurzame commitment is best uniek’.

Toon echte interesse in een gebied, verdiep je in de identiteit en eigenheid, erken ook sociale functies, structuren en gelaagdheid, anders vecht je een verloren strijd.

Die instelling sluit, volgens Muis, goed aan bij het in Overijssel bekende begrip ‘Noaberschap’. Mensen zijn bereid om elkaar te helpen op momenten en plaatsen waar dat nodig is. De huidige herijking van het landschap rond de Vecht is zo’n moment. Het raakt velen en grijpt in op lange tradities. ‘Door elkaar op te zoeken en vast te houden zorg je ervoor dat de noodzakelijke stappen op een zorgvuldige wijze worden gezet’, aldus Muis. De keuze voor een gebiedsgerichte aanpak is vervolgens volkomen logisch. De mensen en organisaties betrokken bij een gebied voeren voortdurend gesprekken, op erven, met gemeenten en ook intern bij de provincie.

Muis: ‘Daarbij is het de kunst om goed te luisteren, maar ook om het verhaal goed te kunnen vertellen: waar we aan werken en waarom doen we dat?’. De opgaves zijn immers vaak abstract, soms op verschillende manieren uitlegbaar én er spelen veel emoties; niet alleen bij boeren, maar ook bij de gemeenten en provincie. Volgens Muis schuilt het succes in het verfijnen van dat verhaal samen met de mensen uit het gebied, waarmee het meer en meer een gezamenlijk verhaal wordt.

Net als Van Doesum noemt Muis ook de factor tijd. Hoewel Panorama Vechtdal een initiatief is dat uit het gebied zelf komt en dus een vrij solide draagvlak kent, heeft ook dit proces te maken met lastige fases. Het is daarom oppassen dat het niet stil komt te staan. In het ontwerpend onderzoek staan dan ook concrete opgaven op een klein en dus herkenbaar schaalniveau centraal. Muis: ‘Zo gaan we direct aan de slag met het blootleggen van pijnpunten én kansen. Hoe dichterbij het schaalniveau van de uitvoering, hoe sterker het proces en de uitkomsten. Zo vorm je een stevige basis, een humuslaag waarop latere uitwerking van plannen kan plaatsvinden.’

In het Vechtdal wordt dus direct en met een aandachtig oog en oor voor elkaars opinie in de opgaven gedoken. Dit vindt vaak plaats in een fase waarin veel elementen van het onderzoek en de latere ontwikkelrichting nog onduidelijk zijn. Maar Muis is overtuigd van de meerwaarde van dit soort voorverkenningen in een vroeg stadium: ‘Wachten op een vorm van duidelijkheid of zekerheid is tijd verspillen. Benut juist de kostbare tijd. Ga aan de slag, leer elkaar beter kennen, ook wanneer je niet exact weet wat er nog allemaal gaat komen’. Dat hands-on commitment zorgt voor een robuustheid waar je verderop in het proces steeds op kan terugvallen.

Lees meer over Ontwikkelperspectief Noord-Limburg
Lees meer over Panorama Vechtdal
Lees het hele RUIMTEVOLK Magazine

Foto boven: Peelrandakkers Meijel (Bron: gemeente Peel en Maas)

Artikelen & blogs

Onze werkplaats in Utrecht

Onze werkplaats bevindt zich centraal in Nederland, in de prachtige historische binnenstad van Utrecht.